Ik ben de ruiter
jij bent het paard
Ik klim verder
wij rijden weg
je kreunt, zeg ik je
een olifant in het oog van een naald
In Uit
Ik ben de ruiter
jij bent het paard
Ik heb de sleutel
jij hebt het slot
De deur gaat open en ik stap naar binnen
het leven kan zo prachtig zijn
In Uit
Dieper dieper
zeg het, zeg het luid
dieper dieper
Ik voel mij prettig in jouw huid
en duizend olifanten breken uit
De rit was kort
het spijt me
Ik stap in geen tijd af
nu moet ik naar de andere paarden
ze willen ook bereden worden
In Uit
In (dieper)
Uit (dieper)