Het is al gesloten, met drie hangsloten,
En de zwarte deur vastgeklonken.
Omdat je ouders jaloers zijn
En ze zijn bang dat ik van je hou.
Ze moeten denken dat ze opgesloten zitten,
Je zult binnenkort niet meer van mij houden,
Maar de deur, nog geen honderd sloten,
Ze zullen mij kunnen tegenhouden.
Maar de deur is niet de schuldige,
Dat je van binnen huilt,
Jij houdt van mij en ik hou van jou,
De zwarte deur is overbodig.
Vertel je vader en moeder 'er is',
Dat als ze nooit van de liefde genoten,
En als ze ook van de deur hielden,
De zwarte deur was gesloten.
Maar de deur is niet de schuldige,
Dat je van binnen huilt,
Jij houdt van mij en ik hou van jou,
De zwarte deur is overbodig.