Porter Robinsons nummer 'Cheerleader' duikt in de complexiteit van een relatie die wordt gekenmerkt door obsessie en afhankelijkheid. De teksten schetsen een beeld van een partner die overdreven geïnvesteerd is in de relatie, tot het punt van verslaving toe. Er wordt beschreven dat deze persoon 'harten in haar ogen' heeft en niet in staat is 'de grens te trekken', wat een geromantiseerde kijk op liefde suggereert die grenst aan ongezonde fixatie. De herhaalde beelden van harten in de ogen brengen ook een geïdealiseerde en mogelijk waanvoorstellingen van de relatie over.
Het refrein introduceert de term 'cheerleader', wat traditioneel iemand betekent die steun en enthousiasme biedt. In deze context lijkt het echter een omkering van de rollen te vertegenwoordigen waarbij de hoofdpersoon aanvankelijk dacht dat de partner hem nodig had, maar het blijkt dat hij haar meer nodig heeft. Deze wending benadrukt de onderlinge afhankelijkheid en de realisatie van de eigen emotionele behoeften. Het nummer gaat ook over gevoelens van oneerlijkheid en de pijn om alles te geven aan iemand die misschien geen antwoord geeft of fysiek aanwezig is.
De brug van het lied introduceert een reflectief moment, waarbij de huidige staat van de relatie en de gevoelens van de hoofdpersoon jegens de partner in twijfel worden getrokken. Er is een gevoel van nostalgie naar de tijd dat de partner de hoofdpersoon steunde en steunde, wat in contrast staat met de eerdere weergave van obsessie. Deze dualiteit suggereert een strijd om de positieve aspecten van de relatie te verzoenen met de meer giftige elementen ervan. Het nummer eindigt met een erkenning van de emotionele gehechtheid van de hoofdpersoon, waarbij hij de aanwezigheid van de partner voelt, zelfs als hij afwezig is, wat de aanhoudende band ondanks de onrust onderstreept.