Nat

Het nummer 'Wet' van Dazey and the Scouts duikt in de emotionele onrust van eenzaamheid en het verlangen naar intimiteit. De teksten schetsen een levendig beeld van de hoofdpersoon alleen in hun slaapkamer, reflecterend op een relatie uit het verleden. De combinatie van fysieke en emotionele nattigheid dient als metafoor voor het verlangen van de hoofdpersoon en de tranen die vergoten worden over de verloren verbinding. De uitdrukking 'Ik ben mijn eigen rechterhand' suggereert zelfvoorziening en onafhankelijkheid, maar er is een onderliggende toon van het missen van het gezelschap en de fysieke intimiteit van de persoon met wie ze ooit waren.

Het terugkerende refrein benadrukt het contrast tussen de betraande toestand van de hoofdpersoon en hun onvervulde seksuele verlangens. Deze ongelijkheid benadrukt de diepere emotionele verbinding die ze missen, die niet kan worden vervangen door alleen fysiek genot. De vermelding van een 'rokend pistool' zou het bewijs of de reden achter het einde van de relatie kunnen symboliseren, wat de hoofdpersoon nog steeds achtervolgt. De rauwe en openhartige verkenning van deze gevoelens in het nummer resoneert met de strijd om verder te gaan terwijl je nog steeds gehecht bent aan de herinneringen van een vroegere geliefde.



Het laatste deel van het lied introduceert een fantasie van omarmd worden door de aarde, die kan worden geïnterpreteerd als een metafoor voor het willen worden verteerd door iets dat groter is dan jezelf, mogelijk om te ontsnappen aan de pijn van eenzaamheid. De zin 'Mijn bloed loopt koud, mijn gedachten zijn plastisch' illustreert verder het interne conflict tussen vasthouden en de mogelijke bevrijding van loslaten. Het nummer eindigt met een toon van onopgeloste spanning, waarbij de hoofdpersoon nog steeds gevangen zit in de cyclus van verlangen en emotionele verzadiging, gesymboliseerd door het refrein 'Het houdt me nat, je weet dat je me nat houdt, totdat ik droogloop.'