Te zoet

Hozier's nummer 'Too Sweet' duikt in de dynamiek van een relatie tussen twee individuen met contrasterende levensstijlen en filosofieën. De teksten schetsen een beeld van een verteller die meer nachtelijk en toegeeflijk is en de voorkeur geeft aan de rust en eenzaamheid van de nacht, evenals aan de sterke, onvervalste geneugten van whisky en zwarte koffie. Het lied begint met de verteller die hun late start van de dag erkent en zich verwondert over het vermogen van hun partner om gezond te slapen en op te staan ​​met de zon, wat een gevoel van bewondering suggereert, vermengd met verbijstering.

Het refrein van 'Too Sweet' is een refrein dat de voorkeur van de verteller voor de rauwe en ongefilterde aspecten van het leven benadrukt, gesymboliseerd door hun keuze voor 'whisky puur' en 'koffiezwart'. De herhaling van 'Je bent te lief voor mij' dient als metafoor voor de gezondere en misschien conventionelere benadering van het leven van de partner, die in schril contrast staat met die van de verteller. Dit contrast wordt niet gepresenteerd als een conflictpunt, maar eerder als een bitterzoete erkenning van hun verschillen. De verteller lijkt te suggereren dat hoewel ze de zoetheid van hun partner vertederend vinden, dit niet iets is dat ze voor zichzelf volledig kunnen omarmen.



Het lied gaat ook over thema's als sterfelijkheid en het verlangen om op je eigen voorwaarden te leven. De zin 'Maar wie wil eeuwig leven, schat?' weerspiegelt een carpe diem-houding, wat impliceert dat de verteller er de voorkeur aan geeft in het moment te leven, zelfs als dat betekent dat hij zich niet aan maatschappelijke normen of verwachtingen moet houden. De voorzichtige en zorgvuldige benadering van het leven door de partner wordt vergeleken met 'Heaven's gate' en 'the TSA', wat duidt op een bewaakte en misschien restrictieve manier van leven. De verteller daarentegen waardeert vrijheid en spontaniteit, ook al gaat dit gepaard met enige rommeligheid en onvolmaaktheid.