Livingstons nummer 'Shadow' duikt in de interne strijd en confrontatie met de eigen angsten en onzekerheden. De teksten suggereren een strijd tussen het zelf en de duistere aspecten van iemands persoonlijkheid, die vaak net zo bedreigend kunnen aanvoelen als een externe vijand. De openingsregels, 'Eén voet in de grond / Eén voet in het graf', zetten meteen de toon van urgentie en het gevoel op de rand van een afgrond te staan, zowel letterlijk als figuurlijk. Het lied spreekt over de menselijke conditie van het onder ogen zien van de eigen sterfelijkheid en de uitdagingen die daarmee gepaard gaan.
Het refrein: 'Oh, oh-oh, laat ze niet de controle overnemen / En laat ze je ziel niet breken / Het is niet de duivel aan je deur / Het is gewoon je schaduw op je vloer', versterkt het idee dat de ware strijd met jezelf plaatsvindt en niet met externe krachten. De 'schaduw' kan hier worden geïnterpreteerd als het Jungiaanse concept van het schaduwzelf, dat de onbewuste aspecten van iemands persoonlijkheid vertegenwoordigt. Het nummer moedigt luisteraars aan om hun angsten en donkere kanten hun leven niet te laten domineren, maar ze eerder te erkennen en te confronteren.
Het nummer gaat ook over thema's als zelfidentiteit en de invloed van externe percepties. 'Alles wat ik ben is wat je van me maakt / Je staat aan beide kanten van de oorlog' suggereert dat iemands zelfgevoel door anderen kan worden gevormd, maar uiteindelijk heeft het individu controle over zijn eigen identiteit. De herhaalde regel 'Het is maar je schaduw op de vloer' herinnert ons eraan dat de angsten en twijfels waarmee je te maken krijgt geen onoverkomelijke bedreigingen van buitenaf zijn, maar delen van jezelf die kunnen worden begrepen en beheerd. Livingstons 'Shadow' is een krachtig volkslied voor zelfreflectie en de moed om je innerlijke demonen onder ogen te zien.