Op de hoek van de oude wijk zag ik hem passeren
Met de tumbao' die de knappe mensen hebben als ze lopen
Zijn handen altijd in zijn jaszakken
Zodat ze niet weten wie van hen de dolk draagt
Draag een halflange hoed met een brede rand
En sneakers, voor het geval er problemen zijn, ga er meteen op uit
Donkere bril waardoor je niet weet waar je naar kijkt
En een gouden tand die je ziet schijnen als je lacht
Ongeveer drie blokken van die hoek vandaan een vrouw
Voor de vijfde keer loopt hij het hele trottoir af
junior h terug naar de toekomst
En in een gang komt hij binnen en neemt een drankje om te vergeten
Dat de dag traag is en er geen klanten zijn om te werken
Een auto rijdt heel langzaam de laan in
Er staan geen merktekens op, maar iedereen weet wat de politie is
Pedro Navaja, zijn handen altijd in zijn jas
Kijk en glimlach en de gouden tand glanst weer
Terwijl je loopt, kijk je van hoek naar hoek
Er wordt geen ziel gezien, de hele laan is verlaten
Als plotseling die vrouw uit de gang komt
En Pedro Navaja balt een vuist in zijn jas
nieuwsgierigheid songtekst Ivan Cornejo
Hij kijkt de ene kant op, hij kijkt de andere kant op en ziet niemand
En op de vlucht, maar zonder geluid, steekt hij de straat over
En ondertussen gaat die vrouw op de andere stoep
Mopperen omdat hij geen geld verdiende om te eten
Terwijl ze uit de oude jas loopt, haalt ze een revolver tevoorschijn, die vrouw
En hij bewaart het in zijn portemonnee, zodat het niet in de weg zit.
Een achtendertig Smith en Wilson special
Wat is er aan de hand om haar van al het kwaad te bevrijden?
En Pedro Navaja ging hem met de dolk in de hand achterna
De gouden tand verlichtte de hele laan, het was gemakkelijk!
Terwijl hij lachte, stortte de dolk genadeloos in hem.
Toen plotseling een schot klonk als een kanon
En Pedro Navaja viel op de stoep terwijl hij die vrouw zag
Die revolver in de hand en dodelijk gewond vertelde hij hem
Ik dacht: vandaag is niet mijn dag, ik ben ziek
Maar Pedro Navaja, jij bent nog erger, je zit nergens in
En geloof me mensen, ook al was er lawaai, er kwam niemand naar buiten.
Er waren geen nieuwsgierige mensen, er waren geen vragen, niemand huilde.
Alleen een dronkaard met beide lichamen struikelde
Hij pakte de revolver, de dolk en de peso's en vertrok
En struikelend ging hij doofínao zingen
Het koor dat ik je hier heb gebracht en de boodschap van mijn lied overbrengt
Het leven geeft je verrassingen, het leven geeft je verrassingen, oh God
Pedro Navaja's hoekpestkop
Wie met ijzer doodt, eindigt met ijzer
Het leven geeft je verrassingen, het leven geeft je verrassingen, oh God
Dappere visser, de haak die je gooide
In plaats van een sardine heb je een haai gehaakt
Ik woon ook graag in Amerika
Het leven geeft je verrassingen, het leven geeft je verrassingen, oh God
New York City heeft acht miljoen verhalen
Het leven geeft je verrassingen, het leven geeft je verrassingen, o God
Zoals mijn grootmoeder altijd zei: wie het laatst lacht, lacht het best.
La la la la la la la, la la la la la la la la la
Ik woon graag in Amerika
Het leven geeft je verrassingen, het leven geeft je verrassingen, o God
Als het lot het beveelt, verandert zelfs de dapperste het niet.
Als je geboren bent voor een hamer, vallen de spijkers uit de lucht
Het leven geeft je verrassingen Het leven geeft je verrassingen, oh God
Wees voorzichtig op het trottoir in de mooie buurt
Zorg voor de camera, hij rent niet, hij vliegt
Het leven geeft je verrassingen, het leven geeft je verrassingen, o God
Net als in een roman van Kafka sloeg de dronkaard de steeg in
Het leven geeft je
mijn koekoek