In een grot, in een kloof
Opgraven voor een mijn
Woonde als mijnwerker, negenenveertig
En zijn dochter Clementine
Oh mijn lieveling, oh mijn lieveling
Oh mijn liefste, Clementine
Je bent verloren en voor altijd verdwenen
Het spijt me vreselijk, Clementine
Licht was ze en als een fee
En haar schoenen waren nummer negen
Haringdoosjes, zonder dopjes
Sandalen waren voor Clementine
Oh mijn lieveling, oh mijn lieveling
Oh mijn liefste, Clementine
Je bent verloren en voor altijd verdwenen
Het spijt me vreselijk, Clementine
Reed haar eendjes naar het water
Elke ochtend gewoon om negen uur
Stootte haar voet tegen een splinter
Viel in de schuimende pekel
Oh mijn lieveling, oh mijn lieveling
Oh mijn liefste, Clementine
Je bent verloren en voor altijd verdwenen
Het spijt me vreselijk, Clementine
Robijnrode lippen boven het water
Bellen blazen, zacht en fijn
Maar helaas, ik was geen zwemmer
Dus ik verloor mijn Clementine
Oh mijn lieveling, oh mijn lieveling
Oh mijn liefste, Clementine
Je bent verloren en voor altijd verdwenen
Het spijt me vreselijk, Clementine