NF's nummer 'Oh, Lord' is een aangrijpende reflectie op de menselijke conditie, sterfelijkheid en de zoektocht naar goddelijke verbinding. De teksten drukken een diep gevoel van existentiële vragen uit, waarbij de kunstenaar nadenkt over de waarde van materiële dingen, zoals een grafsteen, in vergelijking met de toestand van iemands ziel. De herhaalde regel 'Iedereen gaat dood, maar niet iedereen leeft' suggereert dat hoewel de dood onvermijdelijk is, echt leven – misschien in spirituele of zinvolle zin – niet voor iedereen gegarandeerd is. Dit zet de toon voor een lied dat net zo goed over het doel van het leven gaat als over de dood.
Het refrein: 'O Heer, ziet U ons hier beneden?' is een krachtig pleidooi voor erkenning en begrip van een hogere macht. Het weerspiegelt een gemeenschappelijk menselijk verlangen om gezien te worden en om betekenis te vinden in onze strijd. NF's vraag of God zich bewust is van menselijk lijden is een thema dat resoneert met velen die twijfel ervaren en geruststelling zoeken in hun geloof. Het introspectieve karakter van het lied moedigt luisteraars aan om na te denken over hun eigen overtuigingen en de rol van gebed en goddelijke tussenkomst in hun leven.
De laatste verzen van het lied duiken in de paradoxale relatie die velen hebben met geloof en God. NF wijst op de hypocrisie als je je alleen tot God wendt in tijden van nood, terwijl je Hem negeert als alles goed gaat. Hij daagt de luisteraar uit om na te denken over de inconsistentie van het geven van de schuld aan God voor de problemen van de wereld, terwijl tegelijkertijd Zijn bestaan in twijfel wordt getrokken. Het lied dient uiteindelijk als herinnering aan het belang van consistent geloof en de menselijke neiging om God op onze eigen voorwaarden te zoeken, vaak alleen in momenten van wanhoop of ontbering.