Het nummer 'HAY LUPITA' van LOMIIEL duikt in een flirterige en verleidelijke sfeer, waarbij gebruik wordt gemaakt van informele en directe taal die een spel van aantrekking tussen de verteller en Lupita weerspiegelt. De constante herhaling van zinsneden als 'dame cinturita' suggereert een dans- of fysieke benadering die zowel speels als provocerend is. De teksten spelen met het idee van verleiding en verlangen, waarbij Lupita wordt afgeschilderd als een object van verlangen dat de verteller voortdurend en met een vleugje kattenkwaad probeert te overtuigen.
Het gebruik van uitdrukkingen als 'órale, güey' voegt een specifiek cultureel tintje toe, verwijzend naar een Latijnse context waarin flirt en lokaal jargon zich vermengen. Deze uitdrukkingen dienen niet alleen om authenticiteit en lokale kleur aan het lied te geven, maar bouwen ook de persoonlijkheden van de personages binnen het verhaal van het lied op, waardoor een rollenspel wordt getoond waarin zowel de verteller als Lupita genieten van deze gedurfde en enigszins grensoverschrijdende uitwisseling.
Muzikaal bevat 'HAY LUPITA' dembow, een Latijns ritme dat de thema's dans en verleiding aanvult. Door zichzelf in het nummer te noemen, vestigt LOMIIEL zichzelf niet alleen als de maker, maar plaatst hij zichzelf ook in het middelpunt van de muzikale ervaring, waardoor luisteraars worden uitgenodigd om de energie en het ritme te voelen die hij produceert en zingt. Deze zelfreferentiële benadering versterkt de verbinding tussen de artiest en zijn publiek, waardoor het nummer een persoonlijkere en levendigere ervaring wordt.