August Moon's nummer 'Guard Down' duikt in de thema's kwetsbaarheid, zelfreflectie en de strijd om persoonlijke controle. De teksten portretteren een verhaal waarin de hoofdpersoon gevangen zit in een cyclus van het in de steek laten van zijn verdediging, wat leidt tot interne conflicten en externe relationele dynamieken. De herhaalde zinsnede 'Ik laat mijn hoede zijn' dient als centraal motief en benadrukt de momenten van overgave aan iemands zwakkere impulsen, hier gesymboliseerd als 'de duivel in mij'.
Het nummer begint met een levendig beeld van 'in een tempel zijn', wat een plaats van veronderstelde heiligheid suggereert die in plaats daarvan een plaats van innerlijke onrust wordt. Deze setting zou metaforisch de geest of ziel van de hoofdpersoon kunnen vertegenwoordigen, waar gevechten tussen veiligheid en kwetsbaarheid plaatsvinden. De regels 'Onzeker, te warm om mee om te gaan, te veel en te snel' weerspiegelen de overweldigende gevoelens die ontstaan wanneer iemand zijn ware zelf of emoties voortijdig blootlegt in een relatie.
Het refrein en de daaropvolgende verzen onderzoeken de gevolgen van het verminderen van de waakzaamheid, wat in de context van het lied leidt tot herhaalde gedragspatronen die de hoofdpersoon wil veranderen, maar zich daartoe machteloos voelt. De beschreven relatiedynamiek suggereert een verlangen naar acceptatie en verlossing, zoals aangegeven door de regel 'Ze neemt me terug als ik haar laat geloven.' Dit portretteert de strijd van de hoofdpersoon niet alleen met persoonlijke demonen, maar ook met hoe ze door belangrijke anderen worden waargenomen. Het lied legt de universele menselijke ervaring vast van vechten tussen het handhaven van de façade en de bevrijding die gepaard gaat met echte zelfblootstelling.