Cavetowns nummer 'Fool' duikt in de emotionele onrust van onbeantwoorde liefde en de strijd om eigen identiteit. De teksten drukken een gevoel van nutteloosheid uit bij het nastreven van een liefde die eenzijdig lijkt. De herhaling van 'Ik ben maar een dwaas' en 'Jij bent maar een dwaas' suggereert een wederzijds voorwendsel in een relatie waarin beide partijen niet eerlijk zijn tegenover zichzelf of tegenover elkaar. De hoofdpersoon is zich bewust van de vruchteloosheid van hun genegenheid ('het najagen van niets groots'), maar toch blijven ze zich bezighouden met dit streven, waarbij ze de irrationele aard van liefde en gehechtheid benadrukken.
Het nummer gaat ook over thema's als nostalgie en de moeilijkheid van opgroeien. Verwijzingen naar 'vastzitten in 2013' en het niet begrijpen van je lichaam suggereren een verlangen naar de eenvoud van de kindertijd en een weerstand tegen de veranderingen die gepaard gaan met volwassen worden. Het noemen van alledaagse activiteiten, zoals 's avonds laat telefoneren en naar school fietsen, roept een gevoel op van alledaagse intimiteit en het comfort dat routine biedt, zelfs te midden van emotionele verwarring. Deze details creëren een levendig beeld van de innerlijke wereld van de hoofdpersoon, gevuld met zowel tederheid als pijn.
Ten slotte weerspiegelt de structuur van het lied, met zijn zachte melodie en herhaalde refreinen, het cyclische karakter van de gedachten van de hoofdpersoon en de voortdurende cyclus van hoop en teleurstelling. De slotregels, 'kijk in de spiegel, ik hou van die jongen / doe mijn liefste geen pijn, doe mijn vreugde geen pijn', suggereren een moment van zelfacceptatie en een pleidooi voor zelfbehoud ondanks de pijn van onbeantwoorde gevoelens . Cavetown's 'Fool' is een aangrijpende reflectie op de complexiteit van liefde, identiteit en het verstrijken van de tijd.