Het nummer 'Coal' van Dylan Gossett is een aangrijpende reflectie op persoonlijke strijd, groei en de zoektocht naar betekenis te midden van de uitdagingen van het leven. De teksten brengen een verhaal over van iemand die worstelt met het gewicht van de ontberingen van het leven en het streven naar transformatie. Het lied begint met een herinnering aan advies tegen drinken, wat een verleden suggereert vol morele begeleiding en misschien een strijd met ondeugd. De vermelding van een kreek zou een verlangen naar zuivering of een terugkeer naar de onschuld kunnen symboliseren.
Naarmate het lied vordert, schetsen de beelden van 'ongunstig weer' en 'gaten in het leer' een beeld van slijtage, zowel letterlijk als metaforisch, wat duidt op een leven vol ontberingen en uithoudingsvermogen. De laarzen 'bedekt met teer' kunnen de plakkerige, moeilijke situaties vertegenwoordigen die de verteller is tegengekomen. Het refrein introduceert een krachtige metafoor: 'Ze zeggen dat druk diamanten maakt / Hoe ben ik in vredesnaam nog steeds steenkool.' Deze zin vat het centrale thema van het lied samen: de frustratie van het niet bereiken van persoonlijke groei of succes ondanks de voortdurende druk van het leven. De verwachting is dat tegenslag tot verbetering zal leiden, maar toch voelt de verteller zich gevangen in hun rauwe, ongeraffineerde staat, zoals steenkool die nog geen diamant moet worden.
De laatste verzen gaan over thema's als verloren liefde en de voortdurende strijd tegen eenzaamheid. De 'dag in oktober' markeert waarschijnlijk een belangrijke breuk, die leidt tot een periode van nuchterheid en de zoektocht naar geluk, gesymboliseerd door het 'klavertje vier'. De herhaling van het refrein aan het einde benadrukt de voortdurende strijd en de verbijstering van de verteller over hun gebrek aan transformatie ondanks hun inspanningen en ervaringen.
gevederde indianen betekenis