FAMY's nummer 'Ava' duikt in de complexiteit van menselijke emoties, in het bijzonder de strijd tussen verlangen en geweten. De tekst schetst een beeld van iemand die gevangen zit in een tumultueus innerlijk conflict, gesymboliseerd door de 'twee oceanen' die de hoofdpersoon scheiden van een metaforische kust, die vrede of oplossing vertegenwoordigt. De 'poort' en 'weg' suggereren dat er een pad is om deze uitdagingen te overwinnen, maar de reis is beladen met persoonlijke demonen en verleidingen, zoals aangegeven door de regel 'Nu heb ik de duivel binnenin.'
De terugkerende beelden van 'de hoofdpijnpil' en 'de stropdas aan mijn slaapkamerdeur' zouden metaforen kunnen zijn voor coping-mechanismen of de overblijfselen van zelfdestructief gedrag. Het 'brandende geweten' van de hoofdpersoon en de erkenning dat hij een 'lafaard' en 'ziekte' is, onthullen een diep gevoel van zelfbewustzijn en spijt. Ondanks deze gevoelens is er een sprankje hoop en verlangen naar liefde, zoals uitgedrukt in de regels 'Ik zou van je moeten houden en dat zweer ik' en de wens dat Ava een 'Valentijn' zou zijn.
De donkerdere en meer expliciete verzen van het nummer suggereren een strijd met fysieke verlangens en de objectivering van de persoon genaamd Ava. De hoofdpersoon lijkt te worstelen met de gevolgen van hun daden, waarbij hij zowel de aantrekkingskracht van hun verlangens als het gewicht van hun schuldgevoel voelt. De beklijvende melodie en suggestieve teksten van het nummer creƫren een krachtig verhaal over menselijke zwakheid en de zoektocht naar verlossing te midden van persoonlijke chaos.